Kwestie van epistemisch vertrouwen
Saskia Knapen
Altrecht
nummer
53
Opgenomen in sessies
Donderdag, 16.30 uur, Zaal 57/58
Kernwoorden
epistemisch vertrouwen, psychopathologie, trauma, mentaliseren
Tags doelgroep
Volwassenen
Tags thematiek en problematiek
Persoonlijkheidsstoornissen
Transdiagnostisch
Trauma en PTSS
Tags streams
Overig
Workshop
Aversieve vroegkinderlijke ervaringen zijn een generieke etiologische factor in de ontwikkeling van psychische stoornissen. Eerdere studies toonden aan dat een onveilige gehechtheidsstijl en verminderd mentaliseren deze relatie mediëren. Fonagy en collega's stellen dat vroege negatieve ervaringen niet alleen leiden tot onveilige gehechtheid en verminderd mentaliseren, maar ook tot een rigide en hypervigilante positie ten opzichte van informatie van anderen, epistemisch wantrouwen (EW) genoemd. Dit kan een vrij stabiel persoonlijkheidskenmerk worden. Op deze manier kunnen aversieve jeugdervaringen langdurige verstoringen veroorzaken in het vermogen om zich aan te passen (veerkracht) omdat individuen nog slechts moeizaam sociaal kunnen leren van anderen. Dit komt niet alleen tot uiting in interpersoonlijk contact met anderen, maar EW kan ook de therapeutische relatie en daarmee behandeluitkomsten negatief beïnvloeden. De theorie van Epistemisch vertrouwen (EV) kan de potentiële waarde hebben om risicopatiënten te identificeren en daarmee een rol spelen in een meer gepersonaliseerde indicatiestelling.
In twee opvolgende Delphi studies met een internationale groep experts hebben wij de zelf-rapportage vragenlijst de Questionnaire Epistemic Trust (QET) ontwikkeld. De QET vertoont goede tot uitstekende interne consistentie en betekenisvolle associaties met gerelateerde constructen zoals persoonlijkheidsfunctioneren, gehechtheid, mentaliseren, vroegkinderlijk trauma, werkalliantie en kwaliteit van leven. De QET biedt daarmee een veelbelovend, kort en gebruiksvriendelijk instrument dat kan worden gebruikt voor een reeks klinische en onderzoeksdoeleinden.
Deze workshop gaat eerst in op de theorie van epistemisch vertrouwen, gehechtheid, mentaliseren en vroegkinderlijk trauma. Deze theorie geeft niet alleen verklaringen voor individueel functioneren, maar raakt ook aan sociaal-culturele processen zoals op achterdocht gebaseerde opvattingen over vaccineren, complottheorieën en geloof in fake nieuws.
Herkenbare klinische casuïstiek zal interactief met het publiek worden besproken, waarbij ook ruimte is tot inbreng van eigen casuïstiek en zullen korte uitwisselingen en oefeningen in tweetallen worden gedaan en plenair besproken. Deelnemers moeten in tweetallen ptn beschrijven bij wie ze deze problematiek herkennen, wat dat voor impact heeft op hoe ze hun patiënt begrijpen en bejegenen. Er worden filmpjes getoond die epistemisch vertrouwen raken, waarover plenair gediscussieerd wordt. Er zal worden geoefend met de techniek broadcasting intentions en met het lichaamsgericht stilstaan bij je eigen epistemische vertrouwen. Tenslotte zullen de onderzoeksresultaten van de QET worden gepresenteerd.
Literatuur
Knapen, S. (2017). Samen Beter: In de afwezigheid van vertrouwen is er geen capaciteit tot verandering. Tijdschrift voor Psychotherapie, 2(43), 109-125.
Knapen, S., Hutsebaut, J., van Diemen, R., & Beekman, A. (2020). Epistemic trust as a psycho-marker for outcome in psychosocial interventions. Journal of Infant, Child, and Adolescent Psychotherapy, 19(4), 417-426.
Knapen, S., van Diemen, R., Hutsebaut, J., Fonagy, P., & Beekman, A. (2022). Defining the concept and clinical features of epistemic trust: A Delphi study. The Journal of Nervous and Mental Disease, 210(4), 312-314.
Auteurs
