De waarheid over samen beslissen
dr. Anna Muntingh
GGZ inGeest / Amsterdam UMC
nummer
27
Opgenomen in sessies
Donderdag, 11.30 uur, Parkzaal
Kernwoorden
Samen beslissen; patiëntvoorkeuren; angst; depressie
Tags doelgroep
Volwassenen
Tags thematiek en problematiek
Transdiagnostisch
Stemmingsstoornissen
Angststoornissen
Tags streams
Overig
Beknopte samenvatting van het symposium
Samen beslissen is hot. Bij “shared decision making” bespreek je samen met je patiënt de behandelopties, voor- en nadelen van deze opties en maak je gezamenlijk een keuze. Maar: wat is eigenlijk de evidentie voor samen beslissen voor patiënten met angst of depressie? Weten we wel welke voorkeuren patiënten hebben? Wat levert het aansluiten bij patiëntvoorkeuren op in termen van een effectievere behandeling, dropout en patiënttevredenheid? En: hoe simpel of hoe moeilijk is samen beslissen eigenlijk? In dit symposium worden in 4 lezingen de nieuwste onderzoeksresultaten gepresenteerd over patiëntvoorkeuren, de stand van de literatuur over patiëntvoorkeuren en samen beslissen, en de ins and outs van de praktische toepassing van samen beslissen. De lezingen zullen genoeg materiaal leveren voor een levendige discussie.
Auteurs

Anna Muntingh
GGZ inGeest / Amsterdam UMC
Klinisch Psycholoog / senior onderzoeker
Behandelvoorkeuren van adolescenten en jongvolwassenen met depressieve symptomen: een Discrete Choice Experiment
dr. Ruth Waumans
De Viersprong
Kernwoorden
patiëntvoorkeuren; adolescenten; jongvolwassenen; keuze-experiment
Inhoud van de lezing
Introductie: Depressie bij jongeren en adolescenten komt veel voor en veroorzaakt aanzienlijke ziektelast. Daarnaast belemmert het een gezonde ontwikkeling, met negatieve consequenties voor het latere leven. Hoewel behandeling beschikbaar is, zijn jongeren een kwetsbare groep als het gaat om aangaan en voltooien van behandeling. Om dit te verbeteren is inzicht in behandelvoorkeuren van jongeren nodig.
Methode: Het doel van dit onderzoek was patiëntvoorkeuren voor depressiebehandeling te onderzoeken onder jongeren van 16-24 jaar, met behulp van een discrete choice experiment.
Resultaten: De resultaten tonen een algehele voorkeur voor individuele psychotherapie, behandeling met relatief hoge frequentie, met hoge effectiviteit, een korte wachttijd en een standaard evaluatie van de therapeutische relatie vroeg in de behandeling. Latente klasse analyse toonde 3 groepen met verschillende preferenties, waaronder een klasse (met relatief meer oudere, hoger opgeleide en behandel-ervaren jongeren) die meer open stond voor verschillende therapievormen, en een klasse (met overwegend lager opgeleide, jongere participanten en/of zonder behandelervaring) die relatief moeilijk te engageren was in het algemeen en specifiek voor groepspsychotherapie.
Discussie, conclusie en klinische implicaties: De studie laat zien dat het aanbod vanuit de GGZ een belangrijke rol kan spelen in het bereiken van jongeren voor behandeling. Eén groep bleek zeer aarzelend ten aanzien van het aangaan van behandeling. Dit is opvallend en zorgelijk omdat het onderzochte aanbod zeer gangbaar is in de huidige GGZ.
Referenties en literatuur
Waumans, R.C., Muntingh A.D.T. , Veldwijk, J., Hoogendoorn, A.H. , van Balkom, A.J.L.M., Batelaan, N.M . Treatment Preferences of Adolescents and Young Adults with Depressive Symptoms: a Discrete Choice Experiment. 2023. Submitted for publication.
Auteurs

Ruth Waumans
De Viersprong
Psychiater
Het effect van aansluiten bij patiëntvoorkeuren op behandeluitkomst, tevredenheid en therapietrouw binnen de behandeling van angst en depressie.
drs. Eline Eigenhuis
GGZ inGeest
Kernwoorden
Patiëntvoorkeuren, angst/depressie, behandeluitkomst, tevredenheid, therapietrouw
Inhoud van de lezing
Introductie/Theoretisch kader:
Het aansluiten bij patiëntvoorkeuren krijgt de laatste decennia steeds meer aandacht. Richtlijnen adviseren om rekening te houden met patiëntvoorkeuren, vanuit het idee dat het een positief effect heeft op de behandeling. Voorgaand onderzoek naar de effecten van patiëntvoorkeuren laat geen eenduidig beeld zien, en is verouderd, waarbij juist de laatste jaren een toename gezien wordt in publicaties over dit onderwerp. Wij voerden een meta-analyse uit om het effect van aansluiten bij patiëntvoorkeuren op behandeluitkomst, tevredenheid en therapietrouw te onderzoeken, binnen de behandeling van patiënten met angst(stoornissen) en depressie.
Methode: Wij zochten in verschillende databases naar RCT’s bij mensen met angst en depressie waarbij een groep waar aangesloten werd bij patiëntvoorkeuren, werd vergeleken met een groep waarbij dit niet gebeurde. Uitkomstmaten betroffen behandeluitkomst, tevredenheid en/of therapietrouw.
Resultaten: Zesentwintig studies werden geïncludeerd (N=3670). Dit betrof studies naar shared decision making (SDM), studies waarin patiënten gerandomiseerd werden naar hun voorkeursbehandeling, en studies waarin mensen een actieve keuze maakten voor een bepaalde therapievorm. Er werd geen effect gevonden van aansluiten bij patiëntvoorkeuren op behandeluitkomst (d = 0.06, 95% CI = (-0.03, 0.15), p = 0.16 , n = 23 studies). Er werd een klein effect gevonden van aansluiten bij patiëntvoorkeuren op tevredenheid (d = 0.33, 95% CI = (0.08, 0.59), p = 0.01, n = 6 studies) en op therapietrouw (OR = 1.55, 95% CI = (1.28, 1.87), p < 0.001, n = 22 studies).
Discussie, conclusie en klinische implicaties:
Het aansluiten bij patiëntvoorkeuren zorgt niet voor een betere behandeluitkomst, wel zorgt het voor een kleine verbetering van de tevredenheid over de behandeling en de therapietrouw. Dit is van belang, gezien de hoge kans op recidief en het feit dat veel mensen geen hulp blijken te ontvangen. Aansluiten bij patiëntvoorkeuren wordt nog steeds geadviseerd. Niet vanuit het idee dat dit de behandeluitkomst ten goede komt, maar wel omdat de tevredenheid en therapietrouw toeneemt.
Referenties en literatuur
Eigenhuis, E., van Buuren, V., Boeschoten, R.E., Muntingh, A.D.T., Batelaan, N.M. & van Oppen, P. The Effects of Patient Preference on Clinical Outcome, Satisfaction and Adherence within the Treatment of Anxiety and Depression: A Meta-Analysis. 2023. Submitted for publication.
Auteurs

Eline Eigenhuis
GGZ inGeest
Klinisch Psycholoog / promovendus
Het effect van samen beslissen bij depressie: systematische review en meta-analyse
drs. Vanessa van Buuren
GGZ inGeest
Kernwoorden
Shared decision making, depressie
Inhoud van de lezing
Introductie, theoretisch kader
Samen beslissen (shared decision making; SDM) is actueel en wordt geadviseerd in de zorgstandaard Depressieve stoornissen. Onduidelijk is echter in hoeverre SDM bijdraagt aan optimalisatie van zorg bij patiënten met een depressie. Daarom wilden wij met een systematische review en meta-analyse overzicht bieden of SDM bij patiënten met een depressie effect heeft op de behandeluitkomst, patiënttevredenheid en therapietrouw.
Materiaal en methodes
In PubMed, PsycINFO en Embase zochten we naar gerandomiseerde studies onder patiënten met een depressieve stoornis of depressieve symptomen, waarbij het effect van SDM voorafgaand aan een behandelinterventie versus géén SDM werd vergeleken op drie uitkomstmaten.
Resultaten
We selecteerden 5 studies (N = 850). SDM had geen significante invloed op de behandeluitkomst (Cohens d = 0,02; 95%-BI:-0,12-0,16; p= 0,773) en therapietrouw (Cohens d = 0,29; 95%-BI:-0,01-0,58; p = 0,056). Wel werd een significant middelgroot positief effect gevonden op patiënttevredenheid (Cohens d = 0,53; 95%-BI:0,17- 0,90; p = 0,004).
Discussie, conclusie en klinische implicaties
Voor therapeuten is het van belang te weten dat er onvoldoende bewijs werd gevonden voor positieve effecten van SDM op behandeluitkomst en therapietrouw bij patiënten met een depressie. Hoewel SDM in de richtlijn wordt geadviseerd, is dit weinig onderzocht (n=5) en met name betreffende medicamenteuze behandeling. Dit terwijl psychotherapie de voorkeur van patiënten heeft. Desalniettemin is het positieve effect op patiënttevredenheid van groot belang. We adviseren therapeuten SDM toe te passen en zien het als zinvol voor de klinische praktijk vanuit optimalisatie van zorg, het welzijn van patiënten en toekomstige zorg daar terugval in depressie veel voorkomt.
Tot slot is van belang te weten dat SDM op veel verschillende manieren is uitgewerkt. Meer onderzoek is nodig naar de invloed van de manier waarop SDM wordt toegepast, waarbij men elementen als het expliciet bespreken van wie wanneer en op welke manier betrokken is, de intensiteit van de SDM-interventie en de inzet van ondersteunende hulpmiddelen kan beoordelen op hun effectiviteit.
Referenties en literatuur
Van Buuren, V.E.M., Eigenhuis, E., Boeschoten, R.E., van Oppen, P., Muntingh, A.D.T., & Batelaan, N.M. Het effect van samen beslissen bij depressie: systematische review en meta-analyse. Tijdschrift voor Psychiatrie. 2023; 65(2), 95-103.
Auteurs

Vanessa van Buuren
GGZ inGeest
Klinisch Psycholoog
Kwalitatief onderzoek naar samen beslissen met uitkomstinformatie: Wat willen cliënten?
Margot Metz
GGz Breburg en Tilburg University/Tranzo
Kernwoorden
samen beslissen, shared decision-making, ROM
Inhoud van de lezing
Achtergrond:Ondanks hoopvolle onderzoeksresultaten, de wettelijke inbedding van samen beslissen in de Wet Geneeskundige Behandelovereenkomst (WGBO) en het feit dat veel behandelaren en cliënten samen beslissen belangrijk vinden, bestaat een verschil in beleving van samen beslissen tussen cliënten en behandelaren. Behandelaren denken dat zij dit al lang doen, terwijl cliënten samen beslissen vaak niet herkennen en aangeven meer te willen meebeslissen over hun behandeling en herstelproces. Toepassing in de praktijk blijkt niet eenvoudig. Ter ondersteuning kan uitkomstinformatie, verkregen via Routine Outcome Monitoring (ROM), behulpzaam zijn. Acht ggz-organisaties verspreid over Nederland hebben in de periode 2019-2022 gewerkt aan de doorontwikkeling en implementatie van ‘Samen beslissen met ROM als informatiebron’. Methode:Exploratief, kwalitatief onderzoek bestaande uit semigestructureerde interviews en focusgroepen met cliënten (n=101) in behandeling bij ggz-organisaties verspreid over Nederland, met als doel inzicht krijgen in behoeften en ervaringen van cliënten met samen beslissen en ROM, en onderzoeken welke implementatie-aanpak dit vraagt.
Resultaten:Cliënten vinden samen beslissen belangrijk. Voor een goede toepassing zijn generieke aspecten (luisteren, vertrouwen, volledige informatie, gelijkwaardige inbreng) én maatwerk (aansluiten bij hulpvraag en bij elk besluit meta-communicatie over de rolverdeling tussen cliënten, naaste(n) en behandelaren, en wijze van informatievoorziening) van belang. Cliënten waarderen ROM als informatiebron bij samen beslissen, mits vragenlijsten niet te lang zijn, aansluiten bij de problematiek en uitkomsten besproken worden.
Discussie, conclusie en klinische implicaties:Samen beslissen met ROM is in de ggz nog niet breed geïmplementeerd. Dit vraagt een blijvende stimulans en evaluatie ervan. Om aansluitend op de wensen van cliënten samen beslissen met ROM in de praktijk beter toe te passen, zijn rolveranderingen van behandelaren, cliënten en naasten nodig. Vaardigheden op het gebied van samen beslissen met gebruik van ROM zouden een kernvak in de (na)scholing van behandelaren moeten zijn. Bij elk besluit is afstemming (meta-communicatie) over het proces en rolverdeling tussen cliënten, naaste(n) en behandelaren essentieel. Cliënten kunnen geholpen worden door ervaringsdeskundigen, naasten en voorlichting. Cliënten waarderen ROM als hulpmiddel bij samen beslissen; inzage in de eigen ROM is hierbij helpend.
Referenties en literatuur
Metz M, Van Bueren M, Van Dijk M, Van Son G, Bramsen I, Boenink A, Beekman A. Kwalitatief onderzoek naar samen beslissen met uitkomstinformatie: Wat willen cliënten? Tijdschrift voor Psychiatrie, Accepted 31 januari 2023
Auteurs

Margot Metz
GGz Breburg en Tilburg University/Tranzo
Senior-onderzoeker en verpleegkundige
Hoe zinvol is samen beslissen in de praktijk van de GGZ?
dr. Anna Muntingh
GGZ inGeest / Amsterdam UMC
Inhoud
- Stelling 1: Samen beslissen levert in termen van behandeluitkomsten niet zoveel op. NIET implementeren dus!
- Stelling 2: GGZ-professionals hebben geen flauw idee wat samen beslissen is.
- Stelling 3: Er wordt door beleidsmakers teveel waarde gehecht aan samen beslissen.
Auteurs
