Depressie en suicidaliteit bij jongeren: risicofactoren, preventie en behandeling

drs. Hanneke Niels
GGZ Oost Brabant

 

nummer

12

Opgenomen in sessies

Donderdag, 16.30 uur, Zaal 64

Kernwoorden

Depressie, suicidaliteit, jongeren, preventie, behandeling

Tags doelgroep

Kinderen en adolescenten

Tags thematiek en problematiek

Stemmingsstoornissen

Tags streams

Cognitieve (gedrags)therapie

Beknopte samenvatting van het symposium

Depressie en suicidaliteit zijn wereldwijde mentale gezondheidsproblemen. Afgelopen jaren is er zowel een toename van depressie als van suicidaliteit te zien onder jongeren. In dit symposium wordt zowel recent onderzoek op gebied van depressiepreventie besproken, als onderzoek naar risicofactoren en –profielen voor suicidaliteit bij jongeren. Tevens wordt stilgestaan bij implicaties van deze onderzoeken voor de klinische praktijk.

De eerste spreker, Sanne Rasing, zal vertellen over de uitkomsten van een RCT naar depressiepreventie voor jongeren met een hoog risico, volledig geïmplementeerd in scholen. 130 jongeren tussen de 12 en 16 jaar oud werden willekeurig toegewezen aan de experimentele- (CGT-preventieprogramma Op Volle Kracht) of controleconditie (psycho-educatie). De resultaten toonden aan dat depressieve symptomen in de loop van de tijd afnamen en deze afname was groter voor de interventieconditie. De resultaten toonden aan dat depressieve symptomen in de loop van de tijd afnamen en deze afname was groter voor de interventieconditie. De resultaten en implicaties zullen nader worden besproken

De tweede spreker, Hanneke Niels, zal vertellen over twee recente onderzoeken naar autisme en perfectionisme als risicocofactoren voor suicidaliteit. Het eerste onderzoek richtte zicht op de prevalentie van depressie en suicidaliteit in een populatie van kinderen en jongeren met ASS, verhoogde angst en een normale intelligentie. Van de 93 kinderen met een gemiddelde leeftijd van 11.15 jaar, rapporteerde en ruim 32% suicidale gedachtes. De tweede studie richtte zicht op de samenhang tussen perfectionisme en suicidale ideatie in een populatie van depressieve volwassenen. Depressieve, perfectionistische volwassenen die suicidaliteit rapporteren blijken een specifiek profiel te hebben waarbij een laag zelfbeeld en een hoge mate van piekeren over depressieve klachten een rol spelen. Van beide onderzoeken zullen de resultaten nader worden toegelicht en suggesties voor een passend cognitief- gedragstherapeutisch behandelaanbod zullen besproken worden.

De derde spreker, Daan Creemers, zal vertellen over de uitkomsten van een psychologische autopsiestudie naar aanleiding van een plotselinge piek in suïcides van jongeren in 2017. Er kwamen verschillende subgroepen naar voren; 1) out of the blue; 2) adolescente jongens met ontwikkelingsstoornissen en 3) vrouwelijke adolescenten met ernstig internaliserende problematiek. Daarnaast werden er genderverschillen in de communicatie gevonden voorafgaand aan de suïcide. In deze presentatie zullen mogelijke behandelrichtingen van chronisch suïcidaal gedrag voor deze subgroepen besproken worden.

Auteurs

Hanneke Niels

GGZ Oost Brabant
klinisch psycholoog, psychotherapeut, systeemtherapeut en promovendus

Strong Teens and Resilient Minds (STORM): evaluatie van een depressie- en suïcidepreventie aanpak voor jongeren

dr Sanne Rasing
GGZ Oost Brabant

 

Kernwoorden

depressiepreventie, suicidepreventie, jongeren, scholen

Inhoud van de lezing

Depressie bij jongeren is een wereldwijd probleem voor de mentale gezondheid en wordt gekenmerkt door terugkerende episodes op volwassen leeftijd, de negatieve impact op verschillende persoonlijke domeinen en de relatie met comorbide psychopathologie. Hoewel depressie een van de meest voorkomende psychische aandoeningen bij jongeren is, zijn symptomen lastig te signaleren en daarmee blijven depressieve klachten vaak ongeïdentificeerd. Vroegsignalering van risicojongeren en effectieve preventie in een vroeg stadium is noodzakelijk om het ontstaan van een depressie te voorkomen. Geïndiceerde preventieprogramma's gebaseerd op cognitieve gedragstherapie (CGT) hebben aangetoond succesvol te zijn in het verminderen van depressieve symptomen bij jongeren. Voor jongeren is preventie op school haalbaar gebleken. Toch is er beperkt bewijs voor de effectiviteit van depressiepreventie in het echte leven, aangezien de implementatie lijkt te lijden onder de grote kloof die bestaat tussen onderzoek en praktijk.

Daarom onderzochten we de effectiviteit van depressiepreventie voor jongeren met een hoog risico, wanneer deze volledig worden geïmplementeerd in scholengemeenschappen. Meer dan 5000 jongeren werden gescreend op verhoogde depressieve symptomen in de tweede klas van het voortgezet onderwijs; 130 jongeren tussen de 12 en 16 jaar oud werden willekeurig toegewezen aan de experimentele- (CGT-preventieprogramma Op Volle Kracht) of controleconditie (psycho-educatie). Jongeren en hun ouders werden tot 24 maanden na de interventie gemonitord op verschillende uitkomsten.

De resultaten toonden aan dat depressieve symptomen in de loop van de tijd afnamen en deze afname was groter voor de interventieconditie. Dit geeft aan dat preventie op basis van CGT kan zorgen voor duurzame resultaten wanneer deze wordt toegepast in schoolgemeenschappen.

Niet alle jongeren en ouders hebben echter de behoefte om aan preventie deel te nemen. Ondanks dat alle jongeren met verhoogde depressieve symptomen waren uitgenodigd om deel te nemen aan het programma, nam slechts een derde van de jongeren deel. Met doorlopend en nog steeds lopend onderzoek gericht op het dichten van de kloof tussen vroege opsporing en deelname aan de preventieve interventie, streven we ernaar de voordelen van preventie te vergroten. Samenvattend tonen onze bevindingen het potentieel aan van het implementeren van depressiepreventie op school, maar laten ze ook zien dat verder onderzoek nodig is.

Referenties en literatuur

de Jonge-Heesen, K.W.J., Rasing, S.P.A., Vermulst, A.A. et al. Randomized control trial testing the effectiveness of implemented depression prevention in high-risk adolescents. BMC Med 18, 188 (2020). https://doi.org/10.1186/s12916-020-01656-0

Auteurs

Sanne Rasing

GGZ Oost Brabant
senior onderzoeker en programmaleider STORM aanpak

Autisme en perfectionisme als risicofactoren voor suicidaliteit; prevalentie en advies voor behandeling

drs. Hanneke Niels
GGZ Oost Brabant

 

Kernwoorden

Autisme, perfectionisme, suicidaliteit, depressie

Inhoud van de lezing

ACHTERGROND:  Jongeren met autisme en angstklachten hebben een verhoogde kans op depressie en suïcidaliteit (Ung e a, 2013). Echter prevalentie-cijfers op basis van zelfrapportage zijn, zeker voor de jonge populatie clienten schaars (Gahzziuddin e.a. 2002).  Ook perfectionisme wordt vaak benoemd als risicofactor voor het ontwikkelen van suïcidaliteit (Smith ea, 2017), maar er is nog weinig onderzoek hiernaar gedaan in klinische populaties met volwassenen (Smith ea, 2017)

DOEL: Het beschrijven van de uitkomsten van een onderzoek naar de prevalentie van depressie en suicidaliteit in een jonge populatie (8-16 jaar) clienten met een autisme-spectrumstoornis en angstklachten (Wijnhoven,e.a., 2019), het beschrijven van de uitkomsten van een onderzoek naar de samenhang tussen perfectionisme en suïcidaliteit in depressieve volwassen en het bespreken van de implicaties van de bevindingen uit beide onderzoeken voor de behandeling.

METHODE: Prevalentie-onderzoek (Wijnhoven e.a., 2019) en kwantitatief onderzoek in klinische populaties

RESULTATEN: Uit zelfrapportage blijkt een hoge prevalentie van depressie en suicidaliteit bij kinderen met ASS en angstklachten (35% rapporteert comborbide depressie en 32% suicidale gedachtes). Ouders rapporteren ruim twee keer zoveel depressieve klachten.

Depressieve clienten waarbij sprake van een hoge mate van perfectionisme, een laag zelfvertrouwen en een geneigdheid tot depressie-gerelateerd rumineren laten meer suicidale ideatie zien.

CONCLUSIE:  Depressie en suicidale ideatie spelen op jonge leeftijd al een rol bij kinderen met autisme, maar dit wordt niet altijd tijdig onderkend.  Aandacht hiervoor in preventie en behandeling is van belang.

Depressieve clienten met perfectionisme die kwetsbaar zijn voor het ontwikkelen van suicidaliteit hebben een specifiek psychologisch profiel. Diagnostiek en behandeling dienen hierop afgestemd te worden. In deze presentatie doen we suggesties voor een passend aanbod.

Referenties en literatuur

Wijnhoven, L.A.M.W., Niels-Kessels, H., Creemers, D.H.

of Personality, 86 (3), 522-542.

recent in

M., Vermulst, A.A., Otten, R., & Engels,. R.C.E. (2019). Prevalence of comorbid depressive symptoms and suicidal ideation in children with autism-spectrum disorder and elevated anxiety symptoms. Journal of Child and Adolescent Mental Health, 31(1), 77-84, DOI:10.2989/17280583.2019.1608830

Smith, M.M., Sherry. S.B., Chen, S., Saklofske, D.H., Mushquash, C., Flett, G.L., & Hewitt, P.L. (2017). The perniciousness of perfectionism: a meta-analytic review of the perfectionism-suicide relationship. Journal of Personality, 86 (3), 522-542.

Ung D, Wood JJ, Ehrenreich-May J, Arnold EB, Fuji C, Renno P, Murphy TK, Lewin AB, Mutch PJ, Storch EA (2013). Clinical characteristics of high-functioning youth with autism spectrum disorder and anxiety. Neuropsychiatry, 3(2), doi: 10.2217/npy.13.9.

Ghaziuddin, M, Ghaziuddin, N, & Greden, J. (2002). Depression in persons with autism: implications for research and clinical care. Journal of Autism Dev Disorder, 32(4):299-306. doi: 10.1023/a:1016330802348

Auteurs

Hanneke Niels

GGZ Oost Brabant
klinisch psycholoog, psychotherapeut, systeemtherapeut en promovendus

Jongeren en suïcidaliteit; wie zijn het en wat zijn onze behandelmogelijkheden?

dr Daan Creemers
GGZ Oost Brabant, Koraal en Radboud Universiteit

 

Kernwoorden

jongeren, suicidaliteit, risicoprofielen, behandeling

Inhoud van de lezing

ACHTERGROND: De prevalentie van depressie en suïcidaliteit onder jongeren neemt zowel nationaal als internationaal toe. In 2017 was er in Nederland een verdubbeling van het aantal suïcides onder jongeren waar in opdracht van VWS middels psychologische autopsie onderzoek naar gedaan is.

DOEL: Het beschrijven van de uitkomsten van een psychologische autopsiestudie naar aanleiding van een plotselinge piek in suïcides in 2017 (Mérelle e.a. 2020), het stilstaan bij genderverschillen in suïcide gerelateerde communicatie (Balt e.a., 2021) en het presenteren/bespreken van mogelijke behandelrichtingen van chronisch suïcidaal gedrag voor deze subgroepen.

METHODE: Combinatie van kwalitatief onderzoek (Merelle et al, 2020), kwantitatief onderzoek (Balt et al, 2021) en effect onderzoek (Heesen et al, 2020).

RESULTATEN: Er komen verschillende subgroepen naar voren; 1) out of the blue; 2) adolescente jongens met ontwikkelingsstoornissen en 3) vrouwelijke adolescenten met ernstig internaliserende problematiek. Daarnaast werden er gender verschillen in de communicatie gevonden voorafgaand aan de suïcide.

CONCLUSIE: Specifiek preventief-  en behandelaanbod gericht op de geïdentificeerde doelgroepen biedt kansen. De mogelijkheden hiertoe uit de literatuur worden besproken.

Referenties en literatuur

https://www.113.nl/sites/default/files/113/113%20in%20media/113_Suicide%20onder%2010-%20tot%2020-jarigen%20in%202017%20-%20Een%20verdiepend%20onderzoek.pdf

Balt E, Mérelle S, van Bergen D, Gilissen R, van der Post P, Looijmans M, et al. (2021) Gender differences in suicide-related communication of young suicide victims. PLoS ONE 16(5): e0252028. https://doi.org/10.1371/journal.pone.0252028 

de Jonge-Heesen, K.W.J., Rasing, S.P.A., Vermulst, A.A. et al. How to Cope with Perfectionism? Perfectionism as a Risk Factor for Suicidality and the Role of Cognitive Coping in Adolescents. J Rat-Emo Cognitive-Behav Ther 39, 201–216 (2021). https://doi.org/10.1007/s10942-020-00368-x 

Auteurs

Daan Creemers

GGZ Oost Brabant, Koraal en Radboud Universiteit
Klinisch psycholoog, psychotherapeut, hoofd wetenschappelijk onderzoek KJ GGZ Oost Brabant

Rob Coolen

Rob Coolen
GGZ Oost Brabant

 

Inhoud

Worden de risicoprofielen herkend in de dagelijkse praktijk? Hoe kunnen de verschillende type jongeren geholpen worden / tijdig in zorg komen?

Hoe om te gaan met de communicatiestijlen tussen jongens en meisjes in de spreekkamer, in de opvoeding en op school?

Geintegreerde preventie in de regio: haalbare kaart?

Auteurs

Rob Coolen

GGZ Oost Brabant
GZ-psycholoog in opleiding tot specialist