Hoe werkt terugvalpreventie in depressie? Neurocognitieve werkingsmechanismen van preventieve cognitieve therapie

dr. Rozemarijn van Kleef1, prof. dr. Marie-José van Tol1
1Universitair Medisch Centrum Groningen

 

nummer

4

Opgenomen in sessie

Vrijdag, 11.00 uur, Online

Kernwoorden

Terugvalpreventie, depressie, emotieregulatie, fMRI

Tags doelgroep

Volwassenen

Tags thematiek en problematiek

Stemmingsstoornissen

Tags streams

Cognitieve (gedrags)therapie

Inhoud van de lezing

Introductie, theoretisch kader

Een depressieve stoornis heeft een sterk terugkerend karakter. Met elke depressieve episode vergroot de kans op terugval, wat het voorkomen van terugval een belangrijke klinische target maakt. Het beter begrijpen van werkingsmechanismen van effectief gebleken preventieve therapieën leidt tot meer inzicht in wat er nodig is om weerbaarheid te vergroten, en tot identificatie van behandeltargets voor preventieve interventies. In deze studie bestudeerden we de neurocognitieve mechanismen van Preventieve Cogniteive Therapie (PCT; Bockting, 2009) in mensen die hersteld zijn van eerdere depressies (Van Tol et al., preprint).

Uit eerder onderzoek weten we dat tijdens een depressie emoties afwijkend gereguleerd worden, waarbij afwijkingen in de regulatiecapaciteit van frontale hersengebieden mogelijk een rol spelen. Dit lijkt ook zo te zijn na herstel (Van Kleef et al., 2022), en speelt mogelijke en rol in kwetsbaarheid voor terugval. Cognitieve behandeling bij actieve depressie lijkt tot veranderingen te leiden in frontale controle, wat onderliggend kan zijn aan functionelere emotieregulatie. We vermoeden dat PCT beschermend werkt door het versterken van frontale regulatiecapaciteit en emotieregulatievermogen. We weten nog niet of dit vooral voor de regulatie van negatieve emoties geldt of ook voor de regulatie van positieve emoties.

 

Materiaal en methodes

Vijftig herstelde depressieve patiënten (met hoog risico op terugval) werden gerandomiseerd in een PCT behandelconditie (n=25) of een wachtlijst-conditie (WL; n=25) als onderdeel van de NEWPRIDE-studie (Van Kleef et al., 2019). FMRI-scans, cognitieve taken en vragenlijsten werden afgenomen bij baseline en drie maanden follow-up. Primaire uitkomstmaten waren veranderingen in (i) frontale cortexactivatie tijdens emotieregulatie en (ii) gebiasde automatische verwerking, op zowel negatieve als positieve affectieve dimensies. Secundaire uitkomstmaten waren veranderingen in symptomatologie, cognitieve en affectieve reactiviteit en emotieregulatiestijlen. Lineaire mixed-effects modellen en repeated measures-ANOVA’s werden gebruikt om effecten door PCT te onderzoeken (PCT vs. WL, baseline vs. follow-up).  

 

Resultaten

Na het ondergaan van PCT (vs. WL), vertoonden deelnemers: 1) verlaagde dorsomediale prefrontale activatie tijdens het upreguleren van positieve emoties, 2) toegenomen reactiviteit van positief zelfgerelateerd denken, 3) minder toename in depressieve symptomen, 4) lagere negatieve affectresponsiviteit, en 5) toegenomen succesvolle inzet van cognitieve herwaardering.

 

Discussie en conclusie

PCT lijkt beschermend te werken im het vergroten van weerbaarheid tegen terugval via mechanismen betrokken bij de regulatie van emoties. PCT leidt tot veranderingen in het reguleren van positieve emoties en de inhoud van positief denken, wat gerelateerd is aan het verlagen van negatieve stemming en depressieve symptomen. Er lijkt dus sprake van een affectief cross-over effect, waarbij het versterken van positieve cognities en emoties mogelijk beschermt tegen de activatie van negatieve cognities en emoties wanneer er negatieve gebeurtenissen plaatsvinden.

 

Klinische implicaties

Deze bevindingen hebben belangrijke klinische implicaties. Het versterken van positieve gedachten en gevoelens lijkt beschermend te werken tegen terugval, en is een veelbelovende therapeutisch doel.

Referenties en literatuur

Bockting CLH. Preventieve cognitive training bij terugkerende depressie. Houten: Bohn Stafleu van Loghum; 2009.

van Kleef RS, Marsman JBC, van Valen E, Bockting CLH, Aleman A, van Tol MJ. Neural basis of positive and negative emotion in remitted depression. NeuroImage: Clinical; 2022.

Van Tol MJ, van Kleef RS, Eike R, van Valen E, Marsman JBC, Renken R, Aleman A, Bocking CLH. Neurocognitive mechanisms of change following Preventive Cognitive Therapy for preventing relapse in depression: a randomized controlled trial. Preprint: https://psyarxiv.com/n8tvx/.

Van Kleef RS, Bockting CLH, Van Valen E, Aleman A, Marsman JBC, Van Tol MJ. Neurocognitive working mechanisms of the prevention of relapse in remitted recurrent depression (NEWPRIDE): Protocol of a randomized controlled neuroimaging trial of preventive cognitive therapy. BMC Psychiatry; 2019.

Auteurs

Rozemarijn van Kleef

Universitair Medisch Centrum Groningen
Postdoctoraal onderzoeker

Abstracts
Lezing: Hoe werkt terugvalpreventie in depressie? Neurocognitieve werkingsmechanismen van preventieve cognitieve therapie

Marie-José van Tol

Universitair Medisch Centrum Groningen
Associate professor

Abstracts
Lezing: Hoe werkt terugvalpreventie in depressie? Neurocognitieve werkingsmechanismen van preventieve cognitieve therapie