Begrijpen en behandelen van anorexia nervosa

Klaske Glashouwer
Rijksuniversiteit Groningen / Accare

 

nummer

16

Opgenomen in sessies

Donderdag, 16.30 uur, Zaal 63

Kernwoorden

anorexia nervosa, walging, vermijding, zingeving

Tags doelgroep

Kinderen en adolescenten
Volwassenen

Tags thematiek en problematiek

Eetstoornissen en obesitas

Tags streams

Cognitieve (gedrags)therapie
Overig

Beknopte samenvatting van het symposium

Voor de meeste mensen is het niet eenvoudig om zich aan een dieet te houden. Mensen met anorexia nervosa lukt het echter juist erg goed om langdurig weinig te eten met significant gewichtsverlies tot gevolg. Ondanks hun lage gewicht zijn ze erg bang om aan te komen of dik te worden. Vaak is het lastig om deze angst te doorbreken en het eetgedrag te verbeteren. Herstel verloopt dan ook vaak moeizaam. Bijna de helft van de mensen met anorexia nervosa profiteert op dit moment niet van behandeling en zelfs na succesvolle behandeling is er een grote kans dat de eetstoornis weer terugkomt (zie bijvoorbeeld Berends, Boonstra, & van Elburg, 2018; Khalsa, Portnoff, McCurdy-McKinnon, & Feusner, 2017; Murray, Quintana, Loeb, Griffiths, & Le Grange, 2018). Er valt dus nog veel te winnen als het gaat om de effectiviteit van behandeling voor anorexia nervosa.

In dit symposium kijken we vanuit verschillende invalshoeken naar hoe we de hardnekkigheid van anorexia nervosa kunnen begrijpen en wat dit betekent voor de behandeling. In de eerste lezing zal Klaske Glashouwer starten met een theoretisch perspectief op anorexia nervosa en bespreken hoe zelf-walging mogelijk de hardnekkigheid van voedselrestrictie zou kunnen verklaren. Vervolgens gaat Sanne van Doornik in op zingeving. Zij zal onderzoek presenteren waarin ze heeft gekeken naar de relatie tussen zingeving en het beloop van anorexia nervosa. Daarna zal Nienke Jonker vertellen over strafgevoeligheid en hoe dit samenhangt met het beloop van eetstoornis symptomen in jongeren met anorexia nervosa. Vervolgens gaan we dieper in op vermijdingsgedrag. Eerst duiken we het lab in en zal Michelle Spix vertellen over haar onderzoek naar hoe mensen met anorexia nervosa vermijdingsgedrag precies aanleren. Tenslotte bespreken Hanna Melles en Stefanie Duijvis hoe je in de praktijk vermijdingsgedrag kunt aanpakken met behulp van exposure en ze zullen hun klinische ervaringen op dit gebied met ons delen.

Auteurs

Klaske Glashouwer

Rijksuniversiteit Groningen / Accare
Onderzoeker / GZ-psycholoog

Walging als de motor achter voedselrestrictie in anorexia nervosa

Klaske Glashouwer
Rijksuniversiteit Groningen / Accare

 

Kernwoorden

anorexia nervosa, zelf-walging, theoretisch model

Inhoud van de lezing

In deze bijdrage zal ik een theoretisch model presenteren over hoe de emotie ‘walging’ kan helpen om te begrijpen waarom mensen met anorexia nervosa doorgaan met het vermijden van voedsel ondanks dat ze uitgehongerd raken. Walging kenmerkt zich door intens negatieve gevoelens van weerzin en een overweldigende reflexmatige drang tot vermijding die heel moeilijk is te weerstaan. Recent is er meer aandacht gekomen voor het fenomeen dat walging zich niet alleen richt op objecten of gedragingen buiten jezelf, maar dat ze ook kan optreden ten opzichte van jezelf. Wanneer het eten van voedsel, of alleen al het idee hieraan walging uitlokt bij mensen met anorexia nervosa, zou dat kunnen verklaren waarom voedselvermijding zo persistent is. Volgens ons model wordt walging met name opgeroepen door de impact die eten zou kunnen hebben op het eigen lijf (“dik worden”). Het beperken van de voedselinname zou daarmee een manier kunnen zijn om zelf-walging te vermijden, opgeroepen door de perceptie van het eigen (toekomstige) lichaam als te dik. Wanneer er in de behandeling van anorexia nervosa niets verandert aan deze zelf-walging, blijft de motor draaien en ligt terugval op de loer. Ik zal ingaan op de huidige evidentie voor dit model, belangrijke vervolgstappen identificeren en afsluiten met de klinische implicaties en bespreken welke interventies mogelijk kunnen helpen om zelfwalging bij mensen met anorexia nervosa te verminderen.

Referenties en literatuur

Glashouwer, K. A., & de Jong, P. J. (2020). Walging als de motor achter voedselrestrictie in anorexia nervosa. Tijdschrift voor Gedragstherapie, 3, 174-186.

Auteurs

Klaske Glashouwer

Rijksuniversiteit Groningen / Accare
Onderzoeker / GZ-psycholoog

Meaning in life en het beloop van anorexia nervosa

MSc Sanne van Doornik
Rijksuniversiteit Groningen, Accare

 

Kernwoorden

anorexia nervosa zingeving beloop

Inhoud van de lezing

Introductie, theoretisch kader: Anorexia nervosa (AN) is een ernstige eetstoornis die vaak samengaat met emotionele problemen, moeilijkheden in psychosociaal functioneren en lichamelijke klachten. Met het oog op de beperkte effectiviteit van de huidige behandelopties, is het van belang om meer kennis te vergaren over instandhoudende factoren van AN. Vrij recent is zingeving geopperd als een mogelijk belangrijke factor in de ontwikkeling en instandhouding van AN (Marco et al., 2017). Zingeving kan worden gedefinieerd als het gevoel dat je persoonlijke doelen kan nastreven, dat jouw leven van belang is en dat wat er in jouw leven gebeurt begrijpelijk en duidelijk voor je is (George & Park, 2016). Ook speelt het ervaren van tevredenheid met belangrijke levensdomeinen (bijv. vriendschappen, school) een rol. Volgens het ‘Meaning-Making Model in Eating Disorders’ staat de eetstoornis en de bijbehorende overwaardering van eten, gewicht en lichaamsvormen het bereiken van adaptieve bronnen van zingeving (zoals persoonlijke ontwikkeling en positieve relaties) in de weg, waardoor individuen met een eetstoornis op den duur minder zingeving ervaren. Recent onderzoek toonde in een niet-klinische groep aan dat een lagere tevredenheid met belangrijke levensdomeinen gerelateerd was aan het ervaren van meer eetstoornissymptomen. Als een belangrijke vervolgstap hebben wij twee studies uitgevoerd in een klinische groep. In de eerste, cross-sectionele studie (Van Doornik et al., 2021) onderzochten we of adolescenten met AN een lagere tevredenheid met belangrijke levensdomeinen ervaren dan adolescenten zonder eetstoornis. In de tweede, longitudinale studie (Van Doornik et al., 2022) onderzochten we of een verbetering in AN symptomen samenhangt met een toename in tevredenheid met belangrijke levensdomeinen.

Materiaal, methodes: Tijdens de eerste studie hebben 69 adolescenten met AN bij de start van de behandeling (67 meisjes, M leeftijd = 15.5) en 69 adolescenten zonder een eetstoornis gematcht op leeftijd, geslacht en opleidingsniveau de Brief Multidimensional Students’ Life Satisfaction Scale ingevuld, een vragenlijst die tevredenheid met diverse levensdomeinen meet (o.a. vriendschappen, school, jezelf en het leven in het algemeen). Daarnaast zijn eetstoornissymptomen in kaart gebracht en BMI berekend. Tijdens de tweede studie hebben de adolescenten met AN één jaar later dezelfde vragenlijsten nogmaals ingevuld.

Resultaten: De resultaten laten zien dat adolescenten met AN een lagere tevredenheid met belangrijke levensdomeinen rapporteren dan adolescenten zonder eetstoornis. Deze lagere tevredenheid is met name terug te zien op de domeinen jezelf, school en het leven in het algemeen. Op de langere termijn vonden we dat een verbetering in eetstoornissymptomen, maar niet in BMI, samenhangt met een toename in tevredenheid met belangrijke levensdomeinen.

Discussie, klinische implicaties: De bevindingen geven aan dat tevredenheid met belangrijke levensdomeinen mogelijk een belangrijke rol speelt in de in stand houding van AN en samenhangt met de ernst van de eetstoornissymptomen in AN over de loop van de tijd. Een belangrijke vervolgstap is het onderzoeken of de effectiviteit van de behandeling van jongeren met AN verhoogd kan worden door tijdens de behandeling meer aandacht te besteden aan zingeving en het vergroten van tevredenheid met belangrijke levensdomeinen. Hier is inmiddels een behandelprotocol voor ontwikkeld, waar we tijdens de lezing ook op in zullen gaan.

Referenties en literatuur

George, L. S., & Park, C. L. (2016). Meaning in life as comprehension, purpose, and mattering: Toward integration and new research questions. Review of General Psychology, 20(3), 205–220. https://doi.org/10.1037/gpr0000077

Marco, J. H., Cañabate, M., Pérez, S., & Llorca, G. (2017). Associations among meaning in life, body image, psychopathology, and suicide ideation in Spanish participants with eating disorders. Journal of Clinical Psychology, 73(12), 1768–1781. https://doi.org/10.1002/jclp.22481

Van Doornik, S. F. W., Ostafin, B. D., Jonker, N. C., Glashouwer, K. A., & de Jong, P. J. (2021). Low satisfaction with normative life domains in adolescents with anorexia nervosa. Clinical Psychology and Psychotherapy, 28, 1266-1274. https://doi.org/10.1002/cpp.2574

Van Doornik, S. F. W., Ostafin, B. D., Jonker, N. C., Glashouwer, K. A., & de Jong, P. J. (2022). Satisfaction with normative life domains and the course of anorexia nervosa. International Journal of Eating Disorders, 55(4), 553-563. https://doi.org/10.1002/eat.23691

Auteurs

Sanne van Doornik

Rijksuniversiteit Groningen, Accare
Promovendus en psycholoog in opleiding tot GZ-psycholoog

Strafgevoeligheid en de hardnekkigheid van anorexia nervosa: Een hoge strafgevoeligheid hangt samen met een minder gunstig verloop van anorexia nervosa

Dr. Nienke Jonker
Rijksuniversiteit Groningen

 

Kernwoorden

anorexia nervosa, strafgevoeligheid, hardnekkigheid, adolescenten

Inhoud van de lezing

Achtergrond: Eerdere studies hebben meermaals laten zien dat mensen met anorexia nervosa hoger scoren op strafgevoeligheid dan mensen zonder eetstoornis. De verwachting is dat deze hoge strafgevoeligheid zou kunnen samenhangen met een verlaagde motivatie voor behandeling en een verminderd vermogen om te leren uit ervaring en zo een rol zou kunnen spelen in de hardnekkigheid van de stoornis. Dit hebben we in de huidige studie verder onderzocht door jongeren met anorexia nervosa te meten voor hun behandeling en een jaar later. We onderzochten of 1) hogere strafgevoeligheid aan het begin van de behandeling samenging met minder verbetering in eetstoornissymptomen een jaar later, en 2) of een vermindering van eetstoornissymptomen samenging met een vermindering van de strafgevoeligheid.

Methode: Deelnemers waren 69 jongeren met anorexia nervosa die net aangemeld waren voor behandeling, waarvan er 62 ook een jaar later weer deelnamen. Op beide momenten werden strafgevoeligheid en ernst van de eetstoornissymptomen gemeten.

Resultaten: We vonden dat 1) hogere strafgevoeligheid bij het begin van de behandeling samenging met minder verbetering in eetstoornissymptomen gedurende het jaar, en dat 2) een verbetering in eetstoornissymptomen samenging met een vermindering van strafgevoeligheid.

Discussie: De bevindingen zijn in lijn met het idee dat strafgevoeligheid een rol speelt bij de hardnekkigheid van anorexia nervosa en dat het mogelijk van toegevoegde waarde kan zijn om dit in behandeling aan te pakken.

Referenties en literatuur

Glashouwer, K. A., Bloot, L., Veenstra, E. M., Franken, I. H. A., & de Jong, P. J. (2014). Heightened sensitivity to punishment and reward in anorexia nervosa. Appetite, 75, 97–102. https://doi.org/10.1016/j.appet.2013.12.019

Jonker, N. C., Glashouwer, K. A., Hoekzema, A., Ostafin, B. D., & de Jong, P. J. (2020). Heightened self-reported punishment sensitivity, but no differential attention to cues signaling punishment or reward in anorexia nervosa. PLoS ONE, 15, e0229742. https://doi.org/10.1371/journal.pone.0229742

Jonker, N. C., Glashouwer, K. A. & De Jong, P. J. (2022). Punishment sensitivity and the course of anorexia nervosa. International Journal of Eating Disorders, 1-6. https://doi.org/10.1002/eat.23707.

Auteurs

Nienke Jonker

Rijksuniversiteit Groningen
Universitair docent

Vermijding bij anorexia: hoe zit het precies?

MSc Michelle Spix
Universiteit Maastricht

 

Kernwoorden

Anorexia nervosa, vermijding, leer theorieën

Inhoud van de lezing

De beperking van de energie-inname, of met andere woorden het vermijden van voedsel, is niet alleen een centraal symptoom van anorexia nervosa, het draagt tevens actief bij aan de ontwikkeling en instandhouding van de eetstoornis. Terwijl vermijdingsgedrag erop gericht is om angst en onrust te verminderen, lijkt het deze gevoelens op de lange termijn juist te versterken (e.g., Vervliet & Indekeu, 2015)). Om beter te begrijpen hoe iemand in de ban kan raken van de vermijding van voedsel en gewichtstoename, bestuderen wij mechanismen van vermijding in het gedragslaboratorium. Momenteel doen we een onderzoek met anorectische patiënten om te zien waar mensen met anorexia en mensen zonder eetprobleem verschillen in het aanleren en uitvoeren van vermijdingsgedrag. Verder willen we weten of potentiële verschillen tussen patiënten met anorexia en gezonde individuen alleen optreden bij het vermijden van voedsel (dus iets wat een rol speelt bij eetstoornissen) of dat er meer algemene verschillen zijn in vermijdingsleren.

In ons experiment voeren patiënten met anorexia en gezonde deelnemers een computertaak uit, waar ze met drie verschillende dingen worden geconfronteerd. In een blok krijgen ze herhaaldelijk een kleine hoeveelheid milkshake te drinken, in een andere blok horen ze soms een onaangenaam en hard geluid en in een derde blok zien ze het plaatje van een munt en winnen €1. Door verschillende prikkels te gebruiken kunnen we vergelijken hoe patiënten met anorexia leren over iets dat een rol speelt in hun aandoening (milkshake) vergeleken met iets onaangenaams (hard geluid) of aangenaams (geld winnen) dat niet gerelateerd is aan hun ziekte. Tijdens elke blok ondergaan deelnemers een klassieke en een operante leerfase. Zodoende willen we de leerprocessen die in het dagelijks leven plaatsvinden en belangrijk zijn voor vermijdingsgedrag, modelleren (Krypotos, 2015; LeDoux et al., 2017). Tijdens de klassieke conditioneringsfase zien onze deelnemers herhaaldelijk twee verschillende geometrische vormen (bijvoorbeeld een cirkel en een driehoek). De ene wordt altijd gevolgd door een klein slokje milkshake of het hard geluid of het plaatje van de munt, terwijl de andere nooit door iets wordt gevolgd. Tijdens de operante leerfase krijgen de deelnemers de mogelijkheid om de milkshake of het hard geluid of het plaatje van de munt te vermijden door op een knop op het scherm te drukken. In alle drie blokken meten we de frequentie en kenmerken van vermijdingsgedrag, evenals de ontwikkeling van verschillende emoties zoals angst en walging. 

Momenteel zijn we nog volop bezig met het testen van proefpersonen en het verzamelen van de data. Na de zomer zullen we de data analyseren, zodat we eerste bevindingen op het congres kunnen presenteren.

Vermijdingsgedrag heeft een nadelige invloed op behandelingen (Melles et al., 2021; Meulders et al., 2016), houdt angst op de lange termijn in stand en lijkt angst zelfs te versterken (Gangemi et al., 2012). Dit roept de noodzaak op om 1) de rol en kenmerken van vermijdingsgedrag bij anorexia beter te begrijpen en 2) aanvullende therapieën te ontwikkelen die vermijdingsgedrag met succes verminderen. We hopen dat ons onderzoek hierin een eerste stap zet.

Referenties en literatuur

Gangemi, A., Mancini, F., & van den Hout, M. (2012). Behavior as information: “If I avoid, then there must be a danger”. Journal of Behavior Therapy and Experimental Psychiatry, 43(4), 1032–1038. https://doi.org/10.1016/j.jbtep.2012.04.005

Krypotos, A.-M. (2015). Avoidance learning: A review of theoretical models and recent developments. Frontiers in Behavioral Neuroscience, 9. https://doi.org/10.3389/fnbeh.2015.00189

LeDoux, J. E., Moscarello, J., Sears, R., & Campese, V. (2017). The birth, death and resurrection of avoidance: A reconceptualization of a troubled paradigm. Molecular Psychiatry, 22(1), 24–36. https://doi.org/10.1038/mp.2016.166

Melles, H., Spix, M., & Jansen, A. (2021). Avoidance in Anorexia Nervosa: Towards a research agenda. Physiology & Behavior, 238, 113478. https://doi.org/10.1016/j.physbeh.2021.113478

Meulders, A., Van Daele, T., Volders, S., & Vlaeyen, J. W. S. (2016). The use of safety-seeking behavior in exposure-based treatments for fear and anxiety: Benefit or burden? A meta-analytic review. Clinical Psychology Review, 45, 144–156. https://doi.org/10.1016/j.cpr.2016.02.002

Vervliet, B., & Indekeu, E. (2015). Low-Cost Avoidance Behaviors are Resistant to Fear Extinction in Humans. Frontiers in Behavioral Neuroscience, 9, 351. https://doi.org/10.3389/fnbeh.2015.00351

Auteurs

Michelle Spix

Universiteit Maastricht
Promovendus

Exposure behandeling voor cliënten met anorexia nervosa: eerste bevindingen en klinische ervaringen

Drs. Hanna Melles
Universiteit Maastricht

 

Kernwoorden

Anorexia, exposure, inhibitorisch leren, vermijding

Inhoud van de lezing

Anorexia nervosa is een eetstoornis die vaak een chronisch verloop heeft en potentieel levensbedreigend is: van alle psychiatrische ziekten heeft anorexia nervosa de hoogste mortaliteit. Behandelingen zijn tot op heden vaak onvoldoende succesvol. Het lijkt daarom noodzakelijk om betere behandelingen voor anorexia nervosa te ontwikkelen; behandelingen die gericht zijn op de processen die de ziekte in stand houden. Omdat angst en vermijding een centrale rol spelen bij anorexia nervosa, onderzoeken wij of exposure therapie volgens het inhibitorisch leren model de angsten, het vermijdingsgedrag en de eetpsychopathologie kan verminderen. Centraal staan de angstverwachtingen en de uitdaging daarvan met behulp van exposure oefeningen. Behandelaar en patiënt inventariseren samen welke kernangsten belangrijk zijn en welk veiligheidsgedrag daarbij hoort. Vervolgens toetsen zij in vivo en/of in virtual reality of de verwachtingen van de patiënt uitkomen. De effecten van deze vorm van exposure worden bestudeerd in een clinical case series design. Voor en na de behandeling worden metingen rondom lichaamsbeeld, lichaamsgewicht en eetgedrag gedaan in ons eetlaboratorium en virtual reality lab. In deze presentatie worden de inhoud van de behandelmodule en eerste bevindingen besproken. Er zal dieper ingegaan worden op onze klinische ervaringen met de exposure behandeling bij anorexia nervosa en mogelijke exposure oefeningen in vivo en in virtual reality.

Materiaal/methode:

De effecten van de behandelmodule worden in een within subjects clinical case series design bestudeerd. Voor, tijdens en na de sessies vinden er metingen plaats. Voor de start en na beëindiging van de exposure behandeling vullen patiënten online vragenlijsten in en ze voeren een aantal gedragstests uit in het laboratorium. Daarmee bestuderen we de invloed van de exposure behandelmodule op specifieke eetstoornissymptomen en op transdiagnostische symptomen zoals angst, vermijding, stress en stemming.

Discussie en klinische implicaties

Elke behandeling van anorexia nervosa is per definitie gericht op het toenemen in gewicht, want gewichtstoename is een voorwaarde voor herstel. Intrigerend is dat de meeste huidige behandelingen wel veel angst opwekken (er moet gegeten worden, er moet in gewicht toegenomen worden) maar dat zij nauwelijks een expliciete focus op angstreductie hebben. Het niet expliciet behandelen en reduceren van de centrale angsten en de daarmee gepaard gaande vermijding, verklaart wellicht waarom het succes van de huidige behandelingen beperkt is en de terugval na behandeling hoog. Onze nieuwe behandelmodule is er juist op gericht om die angsten en het geassocieerde vermijdingsgedrag te reduceren, wat zou kunnen leiden tot betere acceptatie van gewichtstoename en minder terugval. Als we daarin slagen, dan zou deze op angst en vermijding gerichte exposure module aan bestaande behandelprotocollen toegevoegd kunnen worden.

Referenties en literatuur

Cardi, V., Leppanen, J., Mataix-Cols, D., Campbell, I. C., & Treasure, J. (2019). A case series to investigate food‐related fear learning and extinction using in vivo food exposure in anorexia nervosa: A clinical application of the inhibitory learning framework. Eur Eat Disorders Rev., 27, 173–181.

Craske, M. G., Treanor, M., Conway, C. C., Zbozinek, T., & Vervliet, B. (2014). Maximizing exposure therapy: an inhibitory learning approach. Behavior Research and Therapy, 58, 10-23.

Melles, H., Spix, M., & Jansen, A. (2021). Avoidance in Anorexia Nervosa: Towards a research agenda. Physiology & Behavior238, 113478. https://doi.org/10.1016/j.physbeh.2021.113478

Auteurs

Hanna Melles

Universiteit Maastricht
Promovendus