Exposure in vivo: hoe ver moet je gaan?

Mirjam Kampman, prof. dr. Dirk Hermans1, prof. dr. Patricia van Oppen2, drs. Erik ten Broeke, dr. Rianne de Kleine3
1KU Leuven
2UMC | VUmc | GGZ inGeest
3Universiteit Leiden | PsyQ | Parnassia Groep

 

nummer

94

Opgenomen in sessies

Donderdag, 16.30 uur, Brabantzaal

Tags thematiek en problematiek

Angststoornissen
Trauma en PTSS

Tags doelgroep

Kinderen en adolescenten
Volwassenen

Tags streams

Cognitieve (gedrags)therapie

Inhoud

Exposure in vivo is een bewezen effectieve behandelvorm voor mensen met o.a. paniekstoornis, agorafobie, sociale angst, specifieke fobie, obsessieve-compulsieve stoornis (dwang) of posttraumatische stressstoornis (PTSS). Exposure is in diverse richtlijnen de voorkeursbehandeling voor bovenstaande stoornissen. Lag de nadruk binnen exposure voorheen op de afname van angst, volgens recentere inzichten is het juist belangrijk om stil te staan bij de mismatch tussen de angstige verwachting van de cliënt en de feitelijke uitkomst van een exposure-oefening. Ook al geven deze inzichten richting aan de wijze waarop exposure-behandeling zou moeten worden uitgevoerd, toch blijkt in de praktijk dat er binnen dat kader nog veel keuzes te maken zijn. Gedragstherapeuten verschillen nog al eens van mening over de criteria van ‘de juiste’ exposure-oefeningen. De meest verhitte discussie wordt gevoerd over de vraag hoe ver je moet gaan bij exposure. En terecht: daar waar het uiterst van een patiënt gevraagd wordt, zou ook het effect en de efficiëntie het grootst moeten zijn.

Daarom organiseert het bestuur van de sectie angststoornissen een bijeenkomst waarin dit vraagstuk centraal staat.

Een aantal experts op het gebied van exposure in vivo vertellen over hun successen en mislukkingen

met exposure in vivo bij hun eigen patiënten. Wat zouden ze anders doen met de kennis van nu? Wat houden ze erin? Wat is hun visie op de ontwikkelingen? Zij gaan met elkaar in gesprek over een aantal stellingen.

De presentaties van de inhoudelijke experts wordt vooraf gegaan door een presentatie van Dirk Hermans die ons bij praat over wat we nou werkelijk weten en wat (nog) niet.

Literatuur

Craske, M. G., Treanor, M., Zbozinek, T. D., & Vervliet, B. (2022). Optimizing exposure therapy with an inhibitory retrieval approach and the OptEx Nexus. Behaviour Research and Therapy152, 104069

Auteurs

Mirjam Kampman

Dirk Hermans

KU Leuven
Hoogleraar

Patricia van Oppen

UMC | VUmc | GGZ inGeest
Klinisch Psycholoog

Erik ten Broeke

Klinisch Psycholoog/Psychotherapeut

Rianne de Kleine

Universiteit Leiden | PsyQ | Parnassia Groep
psycholoog in opleiding tot GZ-psycholoog