Gefaseerde traumabehandeling of directe traumagerichte behandeling bij patiënten met een posttraumatische stressstoornis (PTSS) door vroegkinderlijke mishandeling en/of misbruik: wat werkt voor wie?
drs Noortje van Vliet1, Susanne Bremer-Hoeve2
1Dimence GGZ
2Dimence Groep
nummer
6
Opgenomen in sessies
Vrijdag, 11.00 uur, Zaal 63
Kernwoorden
PTSS, traumabehandeling, voorspelmodel, predictoren
Tags thematiek en problematiek
Trauma en PTSS
Tags doelgroep
Volwassenen
Tags streams
Cognitieve (gedrags)therapie
EMDR
Inhoud van de lezing
Introductie
Uit eerder onderzoek blijkt dat het niet uitmaakt of PTSS door vroegkinderlijk misbruik gefaseerd of traumagericht behandeld worden (Oprel et al., 2020: Van Vliet et al., 2021). Ook zijn er geen duidelijke voorspellers voor behandeluitkomsten gevonden in de vergelijking van beide behandelvormen (Hoeboer et al., 2021; Van Vliet et al., under submission). Dit wil echter niet zeggen dat de combinaties van bepaalde individuele patiëntkenmerken mogelijk toch voorspellend zijn voor individuele behandeluitkomsten. Met een personalized advantage index (PAI) kan op basis van individuele kenmerken voorspeld worden welke behandelvorm beter aansluit bij een patiënt: wat werkt voor wie?
Materiaal en methodes
Voorafgaand aan de behandeling, na behandeling, met drie maanden en zes maanden follow-up werden de CAPS (ernst PTSS), de SIDES (voor complexe PTSS), de BSI (voor algemene psychopathologie) en de DES (voor dissociatie) afgenomen. Voorafgaand aan behandeling en na elke acht sessies werden vragenlijsten afgenomen voor verschillende kenmerken van complexe PTSS (interpersoonlijke problemen, emotieregulatie problemen en posttraumatische cognities) en een zelfrapportagelijst voor PTSS (PSS-SR). Ook verschillende demografische factoren en medicatiegebruik werden meegenomen. De PAI werd ontwikkeld gebruikmakend van de nieuwste machine learning technieken.
Resultaten
Uit eerder onderzoek is gebleken dat er geen verschillen gevonden werden tussen de behandeleffecten van gefaseerde behandeling versus traumagerichte behandeling. Er werden geen (differentiële) predictoren voor behandeluitkomsten gevonden vanaf de voormeting tot de nameting over de gehele groep. Echter, op lange termijn voorspelde complexe PTSS slechtere behandeluitkomsten in beide condities.
Bij de resultaten van de PAI werd een verschil gevonden in de behandeluitkomsten tussen de geïndiceerde behandeling en de niet-geïndiceerde behandeling. Dit verschil bleek echter niet significant te zijn. Een aantal moderatoren werden hierbij gevonden onder andere huwelijkse status, borderline, suïcidale gedachten en score op de DES.
Discussie en conclusie
Kijkend naar de grote groep lijken er geen redenen te zijn om de ene behandeling te verkiezen boven de andere behandeling. Wel lijkt complexe PTSS in het algemeen slechtere behandeluitkomsten te voorspellen. De uitdaging is om voor die groep patiënten een behandeling te ontwikkelen die zorgt voor betere uitkomsten.
Ondanks dat er bij de PAI kleine verschillen zijn gevonden tussen de geïndiceerde en de niet geïndiceerde behandeling kan wel worden geconcludeerd dat de PAI een rol kan spelen bij gepersonaliseerde zorg. Echter meer onderzoek is nodig met grotere datasets en externe validatie om te onderzoeken of de PAI te generaliseren is naar andere populaties.
Klinische implicaties
Door middel van het bepalen van moderatoren, predictoren en PAI analyses hebben behandelaren betere aanwijzingen om hun behandelkeuze voor een individuele patiënt op te baseren.
Referenties en literatuur
Cloitre M., Koenen K.C., Cohen L.R. & Han H. (2002). Skills Training in Affective and Interpersonal regulation followed by exposure: A phase-based treatment for PTSD related to childhood abuse. Journal of Consulting an Clinical Psychology, 70(5),1067-1074. Available from: 10.1037//0022-006X.70.5.1067.
Cloitre M., Stovall-McClough K.C., Nooner K., Zorbas P., Cherry S., & Jackson C.L., et al. (2010). Treatment for PTSD related to childhood abuse: A randomized controlled trial. American Journal of Psychiatry, 167, 915-924. Available from: 10.1176/appi.ajp.2010.09081247.
Hoeboer, Chris M., de Kleine, R. A., Oprel, D. A. C., Schoorl, M., van der Does, W., & van Minnen, A. (2021). Does complex PTSD predict or moderate treatment outcomes of three variants of exposure therapy? Journal of Anxiety Disorders, 80(November 2020), 102388. https://doi.org/10.1016/j.janxdis.2021.102388
Oprel DAC, Hoeboer CM, Schoorl M, De Kleine RA, Cloitre M, Wigard IG, et al. (2020). Effect of Prolonged Exposure, intensified Prolonged Exposure and STAIR + Prolonged Exposure in patients with PTSD related to childhood abuse: a randomized controlled trial. European Journal Psychotraumatology, 12(1), 1851511. Available from: 10.1080/20008198.2020.1851511.
Van Vliet N.I., Huntjens R.J.C., Van Dijk M.K., De Jongh A. (2017). Phase-based treatment versus immediate trauma-focused treatment in patients with childhood trauma-related posttraumatic stress disorder: study protocol for a randomized controlled trial. Trials, 19, 38. https://doi.org/10.1186/s13063-018-2508-8
Van Vliet, N., Huntjens, R., Van Dijk, M., Bachrach, N., Meewisse, M., & De Jongh, A. (2021). Phase-based treatment versus immediate trauma-focused treatment for post-traumatic stress disorder due to childhood abuse: Randomised clinical trial. British Journal of Psychiatry Open Access, 7(6), E211. doi:10.1192/bjo.2021.1057
Tags flow
Gevolgen van langdurige/chronische stress/druk op lichaam en geest
Auteurs

Noortje van Vliet
Dimence GGZ
Gz-psycholoog en onderzoeker
